Bij Cello vinden we het belangrijk dat cliënten zelf regie hebben en keuzes kunnen maken. We gaan hierbij uit van gelijkwaardigheid en bepalen niet vóór de cliënt, maar samen met de cliënt en/of vertegenwoordiger. Alleen wanneer er echt sprake is van ‘ernstig nadeel’ grijpen we in. In de Wet zorg en dwang (Wzd) staan regels wanneer dat mag. Deze wet, die geldt voor alle cliënten van Cello, regelt de rechten van mensen wanneer zij onvrijwillige zorg ontvangen. Dat is zorg de cliënt niet wil. Gedragskundige Jet van Ham vertelt hoe zij en haar collega’s er invulling aan geven.
Jet: “Om cliënten goed te kunnen ondersteunen, wil je eigenlijk dat er zo min mogelijk onvrijwillige zorg nodig is. Ik ben vooral betrokken bij cliënten met een lichte verstandelijke beperking en onbegrepen gedrag. Bij deze doelgroep heb je er regelmatig mee te maken dat een cliënt iets niet wil, maar wel nodig heeft. En sta je dus steeds voor dilemma’s die raken aan de Wzd. Al in 2020 toen de Wzd inging, ben ik direct aan tafel gegaan met managers en coördinerend begeleiders om samen te bespreken hoe we onvrijwillige zorg verder kunnen afbouwen. In het stappenplan van de Wzd staat bovendien dat je intern deskundigen moet raadplegen. Wij besloten om onze blik te verbreden en ook aan tafel te gaan met de manager van huisvesting en facilitair, een collega van het platform ethiek en een collega van het opleidingscentrum die thuis is in verlieskunde.”
“Dat is zo waardevol gebleken. Zo is er op initiatief van de manager huisvesting een ‘droomsessie’ gehouden om zonder kaders te bedenken hoe een woning voor deze cliënten optimaal vormgegeven zou kunnen worden. Of het idee van de collega van het opleidingscentrum om een training te geven voor het team over hoe om te gaan met ingrijpende veranderingen of verlieservaringen. Niet alleen voor ons als gedragskundige, manager en coördinerend begeleider was dat waardevol; ook de collega’s die hadden meegedacht gaven aan hiervan energie te krijgen en geïnspireerd te raken.”
“Alle gesprekken gaven nieuwe inzichten en zingeving om ook bij cliënten waarvan we dachten alles goed op orde te hebben met nieuwe energie te kijken of we hun zorg nóg beter kunnen organiseren. Ik wil iedereen meegeven om met elkaar het gesprek aan te gaan en betrek daar ook collega’s bij die minder voor de hand liggen. Dat maakt dat je vanuit verrassende invalshoeken met elkaar tot inspirerende gesprekken komt.”