Om te kunnen blijven investeren in cliënten en medewerkers, moeten we onze zorg anders organiseren. Door de toenemende krapte op de arbeidsmarkt en zware financiële druk kunnen we niet langer meer wachten om het anders te doen. Eén van de knoppen waar we aan draaien, is de manier waarop we onze menskracht inzetten: capaciteitsmanagement. Een onderdeel daarvan is een goede verbinding tussen Wonen en Dagbesteding. Begeleider Ryan Verstegen werkt op dagbestedingslocatie ‘t Loo (7-15), maar draait daarnaast ook regelmatig diensten op de woning Eikenpage 8. Hoe dat is ontstaan en wat ze ervan vindt, lees je in dit artikel.
Van Wonen naar Dagbesteding (en terug)
Ryan vierde onlangs haar 25-jarig jubileum bij Cello. “Ik ben ooit begonnen als leerling verpleegkundige. Tot ongeveer 16 jaar geleden heb ik altijd op woningen gewerkt. Ik maakte al eens een uitstapje naar dagbesteding, maar toen er een vacature vrij kwam op ‘t Loo, ben ik er echt voor gegaan. Daar werkte ik eerst zo’n 7 jaar met EMB-cliënten en nu sta ik alweer een aantal jaar op een groep met uitdagend gedrag.” Haar liefde voor ‘wonen’ is nooit helemaal overgegaan, vertelt ze. “Ik heb naast mijn werk op ‘t Loo lange tijd ingevallen op de Vliertwijksestraat. Toen er vorig jaar een pilot startte om wonen en dagbesteding te combineren, had ik meteen interesse!”
Afwisseling en toch verbinding
“Voor mij zit de meerwaarde vooral in de afwisseling. Dat verzorgende wat je bij wonen meer hebt, dat zit gewoon in mij. Ik ben dankbaar om onderdeel te mogen zijn van de huiselijke sfeer. Je ziet iemand wakker worden en de dag beginnen, en ik mag bijdragen aan een gevoel van verbinding. Iemand zien in al zijn kwetsbaarheid, hoe iemand écht is, dat blijft bijzonder! Helemaal als je dan voor het eerst een knuffel krijgt bijvoorbeeld. Dat heb ik trouwens ook op dagbesteding, er gaat geen dag voorbij zonder dat we samen lachen. Ik voel die connectie ook in de teams, het team van Eikenpage voelt net zo goed als mijn team als de collega’s van ‘t Loo. Ik ben blij met het plezier en de inzichten die ik opdoe door wonen en dagbesteding te combineren. Maar ik wil er ook bij zeggen dat het steeds zoeken is naar de balans. Het is hard werken, en het is belangrijk om in gesprek te blijven over hoe het met je gaat.”
Wederzijds begrip
“Nu ik zowel op dagbesteding als op een woning werk, zie ik weer hoeveel er eigenlijk nodig is om alles te laten draaien. Ik vind het interessant om te ervaren welke schakels er zijn in de 24-uurs zorg. Denk maar eens aan de overdracht van de dag- naar de nachtzorg en andersom. Alle transfers van wonen naar dagbesteding en terug. We doen het toch maar elke dag. Werken op meerdere plekken zorgt ook voor meer wederzijds begrip tussen collega’s van wonen en dagbesteding. Eerlijk is eerlijk, ook ik kon wel eens denken ‘hé, broodtrommel vergeten’ of ‘balen, de verkeerde tas meegegeven’. En nu weet ik weer hoe hard je ‘s ochtends moet werken op de woning om iedereen op tijd op pad te laten gaan. Andersom hoor ik ook van collega’s dat ze zeggen ‘jeetje, ik dacht dat jullie bij dagbesteding veel meer konden zitten’. Mensen die van een woning komen en nu de combi maken, vinden dagbesteding overigens vaak leuker dan ze hadden gedacht.”
Ga in gesprek over jouw wensen
“Zeker bij de jongere collega’s, zie ik dat ze naast de afwisseling ook blij zijn met extra uren. Als je wonen en dagbesteding combineert, kun je langere dagen maken. Ik denk dat iedereen dit zou kunnen, maar je moet het ook echt leuk vinden en bereid zijn om een band op te bouwen. Zelf doe ik eens in de twee weken een ochtenddienst op de woning en aansluitend werk ik op dagbesteding. Maar er is zoveel meer mogelijk dan alleen een extra ochtend- of avonddienst. Als je interesse hebt in het combineren van wonen en dagbesteding, ga dan eerst eens in gesprek. Er zijn genoeg mensen die met je mee willen denken over de puzzel die jij wilt maken met je uren. Op heel veel plekken ben je ook welkom om een keer mee te lopen en uit te proberen of het bij je past. Het is allemaal bespreekbaar.”